2023, Maart: Afscheid van een vriendin

Ik zit aan de eettafel en bekijk mijn Facebookberichten van die dag. Mijn zoon zit naast mij aan onze ronde zwarthouten eettafel. Mijn dochter is op de slaapkamer die ze deelt met haar broer. We zijn net thuis van school.

Mijn vinger stopt met scrollen, wanneer ik iemand meen te herkennen op een foto die voorbij komt. Het is een bericht in het Koerdisch. Ik druk op de vertaalfunctie. De vertaling is meestal enigszins gebrekkig en vaak deugt er van alles niet aan. Twee-, driemaal lees ik het bericht opnieuw. Eigenlijk heb ik inmiddels allang begrepen wat er staat, maar ik wil het niet geloven. Dit is de berichtgeving van het overlijden van een moeder van school. De moeder van de beste vriend van mijn zoon, van een vroegere klasgenoot/vriendin van mijn tweede dochter en de vrouw met wie ik tot ongeveer het begin van corona, zo’n vier jaar lang op het schoolplein stond te praten. Urenlang hebben we naast elkaar op één van de bankjes bij de speeltuin van school gezeten. Of juist onder de zogenoemde “tent” in het midden van het schoolterrein. Tijdens een schoolbarbecue van onze dochters heb ik nog met haar haar dochter lopen zoeken, omdat ze haar niet kon vinden. In een verder verleden was ze nog een patiënt van mij geweest.

Deze moeder; een universiteitsdocente. De laatste jaren zag ik haar steeds minder vaak. Ze had al eens genoemd dat ze ziek was. Soms ging ze voor onderzoeken of behandelingen naar het buitenland. Maar nooit heb ik begrepen dat ze zo ziek was dat ze eraan kon overlijden. Misschien was de situatie toen ook nog niet zo ernstig.

Dus nu heel onverwacht voor mij, blijkt ze te zijn overleden. Dit raakt me echt. Vooral omdat ik weet dat ze nog jonge kinderen heeft. Twee dochters van rond de 18 en 15 jaar en een zoon van ongeveer 12 jaar. Zo vaak na afloop van de schooldag kwamen deze kinderen naar ons toelopen, terwijl hun moeder en ik naast elkaar op het bankje zaten. Dan gaven haar kinderen haar een kus op haar wang of omhelsden ze haar even.

Het raakt me zo diep dat ik zelfs even twijfel of ik wel naar de rouwdienst wil gaan. Eerlijk gezegd vind ik het te heftig. Kinderen die hun moeder veel te vroeg moeten verliezen. Zo intens verdrietig. Maar ik schraap al mijn moed bijeen en besluit toch te gaan. Ik vind het telefoonnummer van de oudste dochter in mijn telefoon en vertel haar hoe erg ik het vind dat haar moeder is overleden. Ik vraag haar waar de rouwdienst is en zeg dat ik van plan ben de volgende middag direct na school langs te komen. Het duurt een paar uur voor ze het berichtje ontvangt. Mogelijk heeft ze haar telefoon uit gehad, of heeft ze buiten geen internet, maar pas later die avond ontvang ik een berichtje terug. Ze bedankt me voor mijn medeleven en stuurt me de locatie van de rouwdienst.

De volgende middag rijden we door naar het bergstadje Massif, waar de rouwdienst wordt gehouden. De diensten worden opgedeeld. De mannen verzamelen zich in de moskee en de vrouwen zitten in een zaaltje. Buiten in de tuin is een klein groepje vrouwen en meisjes. Allemaal gekleed in donkere kleding. Hoewel ik niemand herken, want ik ken eigenlijk alleen het gezin zelf, gebaart één van de vrouwen bij de ingang mij haar te volgen. Gedwee lopen mijn beide jongste kinderen en ik achter de vrouw in lange zwarte kleding aan. Ze leidt ons door de menigte van allemaal vrouwen die naast elkaar op plastic tuinstoelen in de ruimte zitten. Sommigen huilen. Anderen kijken stil voor zich uit. Een enkeling fluistert zachtjes naar de persoon die naast haar zit. Bij het raam zitten twee koran-liederen zingende vrouwen. Links van hen zit een vrouw van ergens begin vijftig, vermoed ik.
“Dit is de oudste zus van de overledene,” fluistert de vrouw die ons naar binnen heeft gebracht me toe.

Ik schat de zus enkele jaren ouder dan de overleden vrouw, maar duidelijk kan ik de overeenkomsten tussen hen beiden zien. Ik geef de zus een hand en ze trekt mij naar zich toe. Zoals gebruikelijk vertel ik de vrouw dat ik hoop dat God haar overleden zus mag vergeven en een plek in het paradijs zal geven.

Enkele vrouwen wijzen naar de enige lege stoelen in deze rij en gebaren mij om daar plaats te nemen. We zijn er misschien een minuut of tien nu. Af en toe komen er nieuwe vrouwen de zaal binnen. Opnieuw is er een kleine rij van nieuwe binnenkomers ontstaan. Ik herken de beide dochters van de overleden moeder. Op exact hetzelfde moment kruist mijn blik zich met die van de oudste dochter. Ik voel mijn tranen prikken in mijn ogen. Ook het meisje begint te huilen. Eerst groet ze haar tante en loopt dan direct door naar mij. Ze valt me om de hals en begint onbedaarlijk te huilen. Ik voel haar lichaam schokken. Ik huil net zo hard mee. Ik voel zoveel medelijden voor deze kinderen, maar er is niets wat ik voor haar en haar jongere zusje en broertje kan doen, dan behalve er even voor hen te zijn. En dat doet pijn. Wetende dat ik straks weer deze zaal kan verlaten en wij ons leven weer op kunnen pakken, terwijl deze kinderen tienduizend keren dezelfde zaal kunnen verlaten, maar hun leven zal nooit meer hetzelfde zijn. Hun moeder zal nooit meer terug komen.

Een dag of twee later rijd ik van school terug naar huis. Het is druk op de Bahrke street. Auto’s mogen er eigenlijk 80km per uur, maar meestal rijden mensen hier 100 tot 110km per uur. Het is een lange rechte weg met maar één vaste flitspaal op het stuk waar ik langs rijd ter hoogte van Lebanese Village en twee drempels vlak na de afrit van de 150m Street. Bomen heb je hier vrijwel niet. Niet echt een boeiende route, dat stukje. Zeker niet als je op de natuur zou letten.

Des te vreemder vind ik het wanneer ik die dag ineens een eekhoorn op de weg zie lopen. Het beestje is totaal in paniek en probeert bijna als in een tekenfilm de voorbijrazende voertuigen te ontwijken.

De eekhoorn blijft in mijn gedachten zitten. De dagen erna let ik steeds op of ik misschien sporen kan vinden waaruit blijkt dat het beestje is aangereden, maar sindsdien heb ik nog niets kunnen vinden gelukkig. Misschien heeft het het er dan toch levend vanaf gebracht?

Ik heb dit vaker. Dat vlak na een overlijden in mijn omgeving dieren vreemd gedrag vertonen. Of op een plek komen waar ze helemaal niet horen te zijn. Direct na het overlijden van mijn schoonmoeder, mijn schoonvader was al een jaar eerder overleden, zat ik met enkele anderen in de keuken van mijn schoonouders. De keukendeur stond open, zoals wel vaker. Plots zag ik twee zwaluwen door de deuropening komen. Beiden vlogen een rondje door de keuken en vlogen zonder pardon weer naar buiten.

Na het overlijden van een neef in de schoonfamilie zag ik kort erna een schildpad de Pirmam street oversteken. Dat beest was ook zo niet op zijn plek daar. Pirmam street is een autoweg waar je 100km mag rijden. Ik weet wel dat er schildpadden in Koerdistan leven, maar nooit heb ik ze tussen Erbil en Massif gezien. Sowieso zie ik ze zelden. Die dag had er eentje bijna de ene weghelft al bereikt toen ik voorbij kwam rijden.

Zonsopgang
Uitzicht over Erbil

Weer een nieuw winkelcentrum: het pas geopende Grand Majidi Mall in Erbil

Bahrke Street

web counter