2020, september: De school start weer voorzichtig

September: de start van het nieuwe schooljaar. Mijn oudste van 18 die in Nederland op de universiteit is begonnen, mijn tweede van 15 die nu naar de elfde klas gaat (vergelijkbaar met vijfde klas middelbaar onderwijs), mijn zoon van 9 die nu in de vijfde klas zit (groep zeven) en mijn jongste van 6 die inmiddels naar de tweede klas is gegaan (groep vier).

Scholen zijn ondertussen al dicht sinds 26 februari eerder dit jaar en nog steeds heeft de Koerdische overheid geen toestemming gegeven de scholen weer te openen. Alleen de twaalfde klassers mogen naar school. Zij zijn het examenjaar. De lagere klassen volgen weer online lessen. En eerlijk gezegd, is het eerder een bezigheidstherapie, dan dat ze er serieus iets van leren. Mijn kinderen zijn experts geworden in het tijdrekken om maar niet achter hun tablet de les te hoeven volgen. In principe zit iedereen op zijn of haar eigen slaapkamer netjes aan een bureau om zoveel mogelijk een klasgevoel te creëren, maar de aandacht verslapt snel. Het is gewoon niet ideaal.

Mijn dochter van 15 ziet er wel wat voordelen in, hoewel ook zij zegt niets te leren van de lessen. Op een dag ziet ze vlak voor de deadline waarop haar huiswerk online moet zijn ingeleverd, dat ze te laat is. Ze heeft 6 minuten over. Vindingrijk als ze is, maakt ze rustig haar huiswerk, zet de klok van haar tablet een uur terug en levert vervolgens haar werk online in. Het systeem accepteert het als zijnde “op tijd”.

Elk jaar in de zomer breng ik een bezoek aan de KNO-arts voor een oorcontrole en -reiniging. Iedereen om me heen raadt me voorlopig af naar een ziekenhuis te gaan, maar uiteindelijk ga ik begin september, anderhalve maand nadat ik eigenlijk had gemoeten. Ik bel om een afspraak te maken. Een man met een vrij norse toon neemt op met een eenvoudige “Hallo”. Even twijfel ik of het nummer misschien onjuist is en dit een privénummer zal zijn.
“Is dit het telefoonnummer van dr. Muyaser?” vraag ik hem.
Als de man het beaamt, vraag ik wanneer ik langs kan komen en ik krijg een afspraak voor 7 uur diezelfde avond nog.
“Welke naam moet ik schrijven?” vraagt de receptionist mij.
“Feikje.”
Op zijn verzoek herhaal ik mijn naam nog 2 a 3x.
“Ik heb echt geen idee hoe ik dat moet schrijven,” antwoordt hij uiteindelijk.
“Geeft niet. Schrijf maar op: “Nederlander”,” adviseer ik hem.
Ineens herinnert hij zich wie ik ben en is zijn stem een stuk vriendelijker. Hij vertelt me dat ze nu verhuisd zijn naar een kliniek dichtbij en dat mensen in de buurt me altijd kunnen helpen de KNO-arts te vinden.

20 Minuten voor 7 loop ik de trappen op naar de derde verdieping waar de arts zijn kliniek heeft. Ik kom aan in een wachtruimte waar verschillende deuren naar artsen op uitkomen. Bij elke deur hangt netjes een groot zwart bord, waarop waarschijnlijk de naam en specialiteiten en afstudeertitels en dergelijke geschreven staat. In ieder geval teveel informatie voor mij om snel te ontcijferen. Met het visitekaartje van de KNO-arts in mijn hand, waar aan de ene kant de informatie in het Engels staat en aan de andere kant in het Koerdisch, probeer ik de juiste deur te vinden. Een oudere man, die ook als patiënt lijkt te zijn gekomen, ziet mij staan en loopt meteen op me af om me te helpen. Ik laat hem mijn kaartje zien, hij kijkt snel in de rondte en wijst de juiste deur aan. Fijn als mensen zo behulpzaam zijn.

De stoelen in de wachtkamer zijn om en om afgeplakt. Iedereen draagt een masker. Ik wacht op mijn beurt. Er zijn ongeveer vijf patiënten voor mij en het wachten duurt lang. Pas rond half acht ben ik aan de beurt.

De arts herkent me nog van vorig jaar, vraagt of ik of mensen in mijn omgeving nog met Corona in aanraking zijn geweest, wat niet het geval is. Ik ken wel een aantal mensen in mijn omgeving die inmiddels Corona hebben of hebben gehad, maar ik heb hen al maanden niet meer gezien.

De arts bekijkt mijn goede oor, daarna mijn slechte. Met een speciaal instrument maakt hij het schoon en laat me nog even het resultaat met een klein cameraatje zien. Ik mag na een jaar terug komen.

Ik rij door naar een vriendin die ik al een tijdlang niet heb gezien en die op de weg naar huis woont. Van al dat binnen zitten en het minimale aan sociale contacten, heb je soms wel eens de behoefte om mensen te zien. 3 uren praten we over van alles en nog wat als ik tegen half 12 in de avond weer naar huis ga.

Enkele dagen later besluit ik nog een afspraak te maken met een pedicure. Dat zijn dingen die ik normaal in Nederland doe, maar dit jaar is er voor mij in verband met het wereldwijde Corona-gebeuren geen Nederland geweest.

Het is een smalle nagelstudio waarbij je zo van buiten meteen in de kleine half open wachtruimte stapt en je direct bij de balie staat, die links in de hoek is geplaatst. Tegenover de balie hangt een poster aan de muur waarop een hand staat afgebeeld, waarvan de nagels gelakt worden in een roze kleur. Er staan een bank en 2 fauteuils. De behandelruimte is vanaf de wachtruimte meteen zichtbaar. Rechts staan 2 lange smalle tafels waaraan onder andere acrylnagels gedaan kunnen worden. Aan de muur erachter hangen 3 lange smalle spiegels met er tussen 2 televisies, maar geen van beide staat aan. Links staan 3 fauteuils met waskommen waar blijkbaar de pedicure behandelingen gedaan worden.

Ik neem plaats in de middelste stoel. De vrouw wast mijn voeten in de stenen waskom en droogt ze vervolgens af met een papieren handdoekje. Met een vijl vijlt ze handmatig de zolen van mijn voeten. Als ze net toe is aan het gebruik van het apparaat met verschillende soorten roterende polijstvijlen valt de stroom uit. Ik ben niet meer anders gewend. De vrouwen in de nagelstudie waarschijnlijk ook niet en we wachten rustig af. Ze smeert olie op mijn voeten en wikkelt ze vervolgens in met doorzichtige folie.

Links naast me hangen nog 8 kleine fotolijstjes, waarvan op 5 gelakte nagels te zien zij, op 2 potjes nagellak en een andere een ananas. De link tussen een ananas en een nagelstudio begrijp ik niet zo goed, maar het zal wel kunst zijn.

Na een minuut of 10 is de stroom weer terug en begint de vrouw met het apparaat mijn nagels te bewerken. Ze smeert mijn nagels in met olie. Met een houten stokje gaat ze langs mijn nagelriemen. Vervolgens haalt ze er een rasp bij voor het grovere werk. De rasp lijkt precies op zo’n rasp die je in de keuken gebruikt voor het fijn raspen van groente. Ze heeft er 2; een grove en een wat minder grove. Ze zucht even. Het is vast een heel gebikkel en gerasp. Ze neemt het apparaat er weer bij. Ditmaal met de blauwe en rode roterende vijlen. Volgens mij zet ze de stand eigenlijk te hoog, want soms voel ik de hitte tegen mijn huid. Eindelijk is ze dan klaar, smeert mijn voeten in met gele schrub gel, wast ze en droogt ze weer met een wegwerphanddoekje. Tenslotte smeert ze ze in met creme en ben ik klaar om te gaan. Hoewel ze haar best heeft gedaan, ben ik wel gewend dat het normaal nog iets grondiger gebeurd, maar wellicht is daar een andere opleiding voor nodig. Voor nu heb ik weer redelijk poezelige voetjes en kan ik er weer even tegenaan.

De eerste helft van september is de temperatuur hier nog steeds zomers. Vaak zo rond de 42 a 44 graden. Je hoeft niet veel meer te doen dan stil zitten, om te zweten. Standaard ligt er een pak tissues naast me op de passagiersstoel in de auto, om mijn gezicht te kunnen afvegen. Ik heb natuurlijk wel een airco, maar ook dat heeft zijn tijd even nodig om te werken.

Pas in de tweede helft van september zakken de temperaturen weer voelbaar. Wij noemen het dan merkbaar frisser, hoewel we het dan nog wel over temperaturen van rond de 38 graden hebben. Voor lokale Koerden is dan overduidelijk de herfst in aantocht. En in dat opzicht zijn we helemaal ingeburgerd. Het koelsysteem in ons huis gaat steeds vaker uit, omdat we het te koud vinden, de kinderen vragen vaker voor een deken als ze op de bank liggen en het zwembad komen we niet meer in. Te fris om te zwemmen. Op naar de zomer voor volgend jaar.

Als ik op een middag over de dorpsweg van Mala Omar naar Erbil rijd, krijg ik bijna een frontaal ongeluk. De weg is sowieso niet veilig, doordat we in heuvelgebied wonen en deze weg ook wat glooiingen kent, waarvan op in ieder 2 stukken je niet kan zien of er tegenliggers aankomen. Op een van die stukken is een paar maanden geleden nog een vroegere taxi-chauffeur met zijn passagiers en een paar mensen van een andere auto omgekomen, omdat blijkbaar een van de chauffeurs in had gehaald met alle gevolgen van dien. Deze dag rijd ik op dezelfde weg en ongeveer op hetzelfde stuk, waar geen zicht is, maar waar mijn tegenligger toch besluit even een andere auto in te halen en zodoende op mijn weghelft mij tegemoet rijdt. En daar wordt snel gereden. Meestal tussen de 80 tot 100 km per uur. Ik zie hem aankomen, tegen de tijd dat hij mij ook ziet, heeft hij net niet voldoende tijd voor de auto die hij inhaalt terug naar zijn eigen weghelft te gaan en dus zit er maar een ding op voor mij: Ik wijk uit naar rechts en rijd met mijn rechterwielen door de berm met zijn losliggende stenen. Zo is er net voldoende ruimte voor alle auto’s naast elkaar. Een stofwolk achter mijn auto komt omhoog, maar gelukkig kunnen we allemaal zonder probleem verder rijden.

De volgende dag als ik weer via dezelfde weg rijd, zie ik dat er nu paaltjes op de gevaarlijke stukken zijn gemonteerd. Zachte paaltjes, waar je overheen kan rijden zonder je auto echt te beschadigen, maar het zal hopelijk voldoende helpen ieder op zijn eigen weghelft te houden. Ongetwijfeld hebben ze dit al besloten na het dodelijke ongeluk waar mijn vroegere taxichauffeur bij betrokken was.

Half september word ik gebeld door de vriend van mij die mij nog steeds helpt met het zoeken naar goede doelen om het gedoneerde geld te kunnen geven. Hij heeft een vrouw gevonden die een tehuis voor zwakbegaafden zonder familie runt. Ze heeft zelf ook weinig, maar dat wat ze heeft, geeft ze uit aan het tehuis. We gaan samen. Ik rijd, de vriend wijst me de weg. We komen ergens uit in een deel van de stad waar ik bijna nooit kom. Een beetje in de buurt van het winkelcentrum Majidi Mall waar ik een bord naar Bnaslawa zie. Ik keer via de middenberm op de grote straat en parkeer op zijn aanwijzingen naast een kleine grijze auto die aan de kant van de weg staat geparkeerd voor een eenvoudige woning. De vrouw opent de poortdeur en laat ons binnen. In de kleine betegelde voortuin zitten 4 bewoners op stalen bedden waar een matras over is gelegd. Een van de bewoners heeft een oude brandwond in haar gezicht. Even blijven we buiten staan praten bij de vrouw en de bewoners en lopen dan mee naar binnen. De vloer is kaal. Er liggen alleen eenvoudige tegels op. Waarschijnlijk ook wel zo praktisch voor als het vies wordt, maar koud is het wel, zegt de vrouw. We komen binnen via de keuken, waar 2 bewoners op een ander bed zitten. In de smalle centrale hal waar ook de open stenen trap naar boven is, staan nog 2 bedden onder de trap. Het mannetje op leeftijd dat het verst weg zit, lijkt ontspannen op bed te zitten. Hij lacht en zwaait even. Ik denk dat als hij zou gaan staan, niet langer dan 1,50 m zal zijn. Op het andere bed ligt ook iemand, maar deze persoon is zo rustig, zo stil en zo enorm tenger dat hij me pas na een paar minuten opvalt. Rechts van deze hal zijn nog 2 kamers met elk diverse bedden tegen de wanden en op bijna ieder bed ligt of zit een bewoner. De vrouw zegt 5 medewerkers te hebben, maar ik zie er maar 3 op dat moment. Een bewoner die redelijk helder is, staat mijn vriend even te woord. De vrouw is bezig met een tehuis op een andere plek, omdat deze plek niet meer volstaat. In de zomer gaat het nog, maar in de winter is het veel te koud. Ze moet nog wat kleine werkzaamheden doen, waarvan mijn vriend later vertelt dat alles bij elkaar waarschijnlijk nog 6000 dollar gaat kosten. Ik geef 100 dollar van het geld wat ik aan donaties heb gekregen vanuit Nederland en Amerika. Mijn vriend legt ook een bedrag bij. Natuurlijk is het niet voldoende, maar de vrouw is heel dankbaar.

“Ik ga proberen dat andere geld ook te regelen,” zegt de vriend later in de auto tegen mij.
En even later verzucht hij: “Hadden we maar een bedrijf dat we steeds geld konden geven aan echt arme mensen.”

Sinds het begin heeft hij me geholpen het gedoneerde geld vanuit Amerika en Nederland op de nodige plekken te geven. Op straat kun je voldoende mensen vinden die voor geld vragen, maar veelal zitten hier mensen tussen die liegen. Voor mij is het niet altijd even duidelijk waar het geld echt heel hard nodig is en dus laat de vriend mij eens in de zoveel maand weten wie het goed kan gebruiken. Nog steeds heb ik iets meer dan 150 dollar over. En ook dat zal naar mensen gaan die het echt heel hard nodig hebben.

Als de tuinman na een verblijf van ruim een maand in Iran weer eindelijk terug is in Koerdistan, blijft hij eerst 2 weken in het tuinhuisje van onze buurman. Zelfquarantaine. Iran heeft al maanden te kampen met zware besmettingen en een enorm dodenaantal door Corona en ik zit voorlopig nog niet te wachten op een besmetting bij ons. Waarschijnlijk door het corona gebeuren ging er heel wat administratief gedoe wat ongeveer 5 dagen in beslag nam aan vooraf, voor Koerdistan überhaupt toestemming gaf dat hij het land weer binnen mocht. Vervolgens kost het hem na zijn quarantaine nog 2 afzonderlijke reizen naar de grens met Haji Omaran en tussendoor steeds naar de Residentie in Erbil waar de verblijfsvergunningen worden geregeld alvorens hij eindelijk zijn verblijfsvergunning terug krijgt.

Ondertussen hebben wij ons gemeld bij de Asayish (Koerdische Veiligheidsdienst) van het dorp. Zonder verblijfsvergunning kun je met hen in de problemen komen, dus na advies van een vroegere collega met connecties lichten we de Asayish vast in.

De Asayish is een instantie die door de hele regio verspreid zit en per locatie houden zij met dossiers bij wie waar woont. Zo af en toe komen ze aan de deur voor wat ik een volkstelling zou noemen. De regio’s onder elke groep kunnen zo klein zijn, dat wij nog net vallen onder de Asayish van het dorp, terwijl de school, die ik vanuit huis kan zien en waar ik in 6 minuten naartoe kan rijden, valt onder de Asayish van de regio Khanzad. Met misdaden, verdachte omstandigheden en andere wantoestanden kun je bij hen terecht.

De eerste dag dat de oppas en ik ons melden bij hun kantoor zijn we eigenlijk wat aan de late kant. Normaal sluiten ze om 1 uur, maar er is nog een klein groepje dat ons wel te woord wil staan. Een man met pretoogjes zit achter zijn bureau. Hij lijkt het helemaal niet erg te vinden dat we na sluitingstijd zijn gekomen en uitgebreid blijft hij met ons praten. Een andere man komt tussendoor en herkent mij als de vrouw die hij “regelmatig” ziet lopen naar het dorp. Dat regelmatig valt best mee, want het is alweer een aantal maanden geleden dat ik een fatsoenlijke wandeling kon maken, omdat de temperaturen simpelweg te hoog zijn.

Kort daarna ontdekken we een zwarte geit op de onderste grond bij ons huis. Al zo’n 3 dagen zit hij in de tuin aan een touw, maar niemand komt hem halen. Uiteindelijk haalt de tuinman hem naar boven naar onze tuin, omdat er beneden op de grond niets valt te eten en te drinken. In onze tuin is tenminste gras, hebben we toch al een lammetje en 2 kippen rondlopen en kan ook hij water en eten krijgen.
“Wat moeten we met die geit doen?” vraagt de tuinman de volgende dag.
“Misschien kun je Asayish (Koerdische Veiligheidsdienst) bellen en hen vragen?” zeg ik, “Misschien is hij weggelopen en wordt hij gemist.”
Het duurt een dag of 2 voor de Asayish bij ons aanbelt en zegt te weten van wie de geit is. Zelf hebben ze de eigenaar ook al gebeld en die heeft beloofd meteen te komen.

Nog geen vijf minuten nadat de Asayish weer weg is, staat de eigenaar voor de deur. Hij komt zijn geit halen.
Bij navraag blijkt de man de geit voor het slachten te hebben gekocht. Iets wat hier in Koerdistan heel gebruikelijk is. Voor hij het dier had kunnen slachten, is de geit blijkbaar ontsnapt. Nu heeft hij in ieder geval zijn laatste dagen nog gezellig met onze andere dieren in de tuin geleefd en heeft hij volop aandacht gehad van onze kinderen.

De 28ste van september mag mijn jongste dochter weer naar school. Eerder gingen de kleuterklassen en eerste klassers al, maar nu is het de beurt aan mijn zesjarige. Na 7 maanden geen school te hebben gehad, waarvan ongeveer 3,5 maand online lessen werden gegeven, heeft mijn dochter het helemaal gehad met het thuis zitten. Super enthousiast is ze als ze weer naar school mag. Ik ben zelf voor andere dingen al een paar keer op school geweest en heb wel vertrouwen in dat school haar absolute best doet in het nemen van preventieve maatregelen.

Mijn jongste tijdens haar eerste schooldag sinds 7 maanden thuis te hebben gezeten

De school biedt onder normale omstandigheden plaats aan 2500 leerlingen verspreid over 14 klassen: 2 kleuterklassen, 6 klassen basisschool en 6 middelbaar. Afhankelijk van het aantal leerlingen in een jaar, zijn ze onderverdeeld in gemiddeld zo’n 6 groepen per klas. Dus klas 1A, 1B, 1C, 1D, 1E en 1F. Ongeveer hetzelfde principe zoals je op Nederlandse middelbare scholen treft, alleen zie je dat hier ook bij de basisschoolklassen. Het zal dan ook een hele organisatie zijn om al die leerlingen op een verantwoorde manier naar school te laten gaan. Zonder Corona al, maar nu met Corona helemaal, aangezien ze zich ook moeten houden aan de regels van de overheid.

Ik moet zeggen dat ik meer dan tevreden ben over het hele systeem van hoe ze het aanpakken. Voor de poort van het schoolplein hebben ze de temperatuurchecker, de handgel, de verplichte maskers en een desinfectietunnel waar het lijkt alsof je in een soort plaatselijke motregen terecht komt. Pas dan mag je langs de Asayish die sowieso altijd al de school bewaakt. Ik mag mijn jongste tot aan het hek midden op het schoolplein brengen. Van daar moet ze zelf verder, maar gelukkig is er altijd een medewerker of een leraar van school die haar wil helpen met haar veel te zware rugtas.

De schooldagen duren korter. Normaal gaan alle klassen van de kleuters tot en met de vierde klas naar school van zondag tot en met donderdag en van 8:00 tot 14:55, maar momenteel zijn ze op 13:50 vrij. Ouders moeten opnieuw wachten bij het hek op het schoolplein. Afstand bewaren en maskers zijn verplicht. In de verte kunnen we de kinderen in lange rijen vanuit hun schoolgebouwen naar de bovenste kantine lopen. Naast de rijen staan enkele medewerkers die de kinderen ondertussen herinneren aan het afstand bewaren. Pas als het tijd is, worden groepjes van 5 ouders per keer door het hek toegelaten en mogen we doorlopen tot aan een rij met in totaal 5 pionnen die op zo’n 2 meter afstand van elkaar voor de ingang van de kantinedeur zijn geplaatst. Per persoon 1 volwassene. Een medewerker roept het kind uit de kantine en als je kind is gekomen, mag je aan de andere kant van de pionnen terug naar het hek en wordt er van je verwacht dat je meteen het schoolplein weer verlaat.

Ondertussen krijgen leerlingen die nog online lessen volgen na schooltijd wekelijks toetsen. Deze kinderen moeten eerst op de extra stoelen die op het schoolplein zijn geplaatst, natuurlijk ook weer met een flinke afstand ertussen, wachten tot de jongste leerlingen en hun ouders vertrokken zijn, en mogen pas dan naar het examenlokaal gaan. Leerlingen die al op het schoolplein zijn, moeten in het midden onder de grote tent wachten op stoelen die daar weer zijn geplaatst.

Ook tijdens het eten in de kantine, is er flinke afstand tussen de kinderen. Naast al deze maatregelen hebben ze op meerdere plaatsen grote posters geplaatst die mensen herinneren aan de 5 preventieve maatregelen: masker dragen, regelmatig handen wassen, handgel gebruiken, afstand bewaren en drukke plekken vermijden. Verder is er op diverse plekken op het hele schoolterrein handgel te vinden.

Juist door al deze maatregelen vind ik het niet erg dat mijn jongste weer naar school mag. Het online leren was echt niets voor haar en hoewel je nooit absolute garantie zult hebben niet besmet te raken, doet school wel hun best de mate van verspreiding zo laag mogelijk te houden.

Zo mogen pas de 3de klassers vanaf volgende week weer naar school en mits de overheid niet eerder groen licht geeft voor het volledig open gaan, vermoed ik, dat elke week een nieuw jaar van leerlingen weer zal worden toegelaten. In dit tempo zal naar verwachting mijn zoon die nu in de 5de klas zit hopelijk na zo’n 2 a 3 week weer naar school mogen. En ook hij is er aan toe, want online studeren werkt ook voor hem absoluut niet.

Maar ik ben dus erg blij met al deze maatregelen, want ondertussen stroomt vrijwel dagelijks mijn Facebook vol met berichten dat er weer 4 of 5 mensen zijn overleden. En of zij nu wel of niet aan Corona overlijden, feit blijft dat het aantal overledenen vele malen hoger ligt dan in tijden van voor Corona en dat ook de leeftijden van de overledenen nog erg verspreid liggen.

Op de laatste avond van september ben ik laat met het naar bed brengen van de kinderen. Via Netflix kijk ik een documentaire en pas tegen kwart voor 9 breng ik de beide jongsten naar bed. Ik blijf nog even bij hen, eerst bij de mijn dochter van 6 en dan bij mijn zoon van 9 als ik mijn Facebook nog even door scrol. Ineens zie ik een bericht dat er kort daarvoor weer raketten zijn afgevuurd in de buurt van het vliegveld in Erbil. Voor zover bekend zijn er geen doden en gewonden en is alleen een weiland in de brand gevlogen.

Ik loop naar het balkon boven de serre en zie de tuinman naar de poortdeur lopen.
“Heb je gehoord dat er weer raketten zijn afgevuurd?” vraag ik hem.
“Ja, waren dat de explosies?” zegt hij nu.
Het blijkt dat hij en zijn vrouw televisie zaten te kijken en zelfs met het geluid op hoog, hadden ze nog de 5 a 6 explosies kunnen horen. Op een of andere manier mis ik dit soort dingen altijd. Ondanks dat zelfs het geluid van mijn laptop niet hoog stond toen ik de documentaire van Netflix zat te kijken, heb ik niets gehoord. De oppas en de tuinman hadden de explosies wel gehoord en ze hadden al ingeschat dat het dichterbij was dan Makhmur, wat de laatste maanden ook met regelmaat gebombardeerd wordt door Turkije.

Op internet lees ik dat een groep aangeeft dat deze raketten vooral geen reden tot bezorgdheid moeten zijn. En zo te zien, is dat het ook niet, want het leven gaat weer gewoon door als altijd.

De vraag is wel even weer wie de raketten gegooid heeft, omdat er wel al direct mensen zijn gepakt, maar de groep Hashd-al-Shaabi heeft aangegeven er niets mee te maken te hebben. Misschien terroristen.

Web Hits