2020, december: Lenteweer in de winter met een vleugje witte kerst

Waar Nederland weer een strenge lockdown ingaat, lijkt corona bij ons bijna geen issue meer. Lijkt, want het is er natuurlijk nog wel. De officiële cijfers lijken al even rooskleurig, hoewel ik vermoed dat velen zich niet meer laten testen, wat natuurlijk een vertekening oplevert.

Sinds 1 maart 2020, waarop Corona voor het eerst in de Koerdische regio is vastgesteld, zitten we op 1 januari 2021 op de volgende cijfers:
* Totaal bevestigde besmettingen: 103.497 (in mijn provincie Erbil: 36.303)
* Hersteld: 71.195 (Erbil: 25.451)
* Doden: 3.388 (Erbil: 908)
* Sterftepercentage: 3,3% (Erbil: 2,5%)
* Actieve vastgestelde casussen: 28.914 (Erbil: 9.944)
* Nieuwe vastgestelde besmettingen: 122 (Erbil: 27)

Onder de huidige omstandigheden, waarin het virus veel milder is, zou ik mijzelf ook niet laten testen als ik geen grote behandelingen nodig zou hebben. Maar vooralsnog is Corona onze deur voorbij gegaan, voor zover ik weet. 

Het sterftepercentage in onze regio is wel licht gedaald. Waar we vroeger op iets van 3,5 a 3,6% stonden, is het nu 3,3% en dat met (naar ik vermoed) minder mensen die daadwerkelijk testen. Nog steeds zijn de scholen sinds 26 februari niet fatsoenlijk open geweest. Mijn jongste van 6, die in de 2de klas zit, mocht in de maand oktober 4 weken naar school en op 1 november sloten alle scholen in de regio opnieuw. Mijn 2 middelste kinderen van 10 en 15, die klas 5 en 11 doen, zijn alleen een paar keer voor examens naar school gekomen. Alle cijfers zijn achteruit gegaan. Ze hebben moeite zich te concentreren op de online lessen, dus krijgen ze maar de helft of beter gezegd niks mee. Ik laat ze youtube video’s kijken die wat aansluiten op de lessen en met de jongste oefen ik het lezen en rekenen. Doordat zij vorig jaar de 1ste klas deed en ze vanaf eind februari geen echte lessen meer hadden, was haar lezen op een bijzonder slecht niveau. School heeft wel toegang gegeven tot een online bibliotheek met op zich een super leuk systeem, waarbij de lezer kan kiezen of hij/zij zelf wil lezen of door de computer voorgelezen wil worden, terwijl de woorden op het juiste moment oplichten, werkte dat ook niet voor mijn jongste. Ik besloot zelf met haar te lezen. Uit de voorleesboeken van school. Woorden die ze niet goed kent, herhaal ik. Eerlijk gezegd verlies ik ook wel eens mijn geduld. Het woord “very” wil er maar niet in bij haar. Ik zucht: “very, very, very! Alsjeblieft onthoud dat woord.” Och, ik heb zo geen leraarskwaliteiten. 

De volgende dag start ik op dezelfde bladzijde. De dag erna weer. Net zo vaak tot ze de alinea’s goed kan lezen. Het woord “very” zit er nu eindelijk in en ze is zichtbaar stukken beter geworden in het lezen. Nu ze het beter kan, begint ze het ook leuker te vinden en pakt soms zelf voor het slapen gaan het boek op en leest hardop voor zichzelf. Gelukkig maar. Het valt niet mee, maar ik hoop dat de scholen weer snel zullen openen. 7 januari zal de volgende beslissing vanuit de Koerdische overheid vallen of ze wel of niet de scholen weer openen. Zelfs dan nog verwacht ik dat deze keer eerst mijn zoon van 10 aan de beurt is om naar school te gaan. Alleen voor hem heb ik bericht van school gehad met de vraag of ik hem naar school wil sturen als ze de deuren openen, of dat ik hem liever online wil houden. “Hij gaat direct naar school, zodra het weer mag,” antwoord ik. Meer dan 10 maanden thuis zitten, is een beetje teveel van het goede. Zeker als dat niet nodig is. 

Buiten draagt vrijwel niemand meer een masker. De kinderen en ik wel. Familie en vrienden bezoek ik nog steeds weinig en als ik ze bezoek, ook met masker. Het blijven natuurlijk wat sombere tijden, maar we maken er het beste van. De kerstboom staat sinds begin december weer in de woonkamer en buiten hangen lichtjes om het hek van het balkon, rondom het tuinhuisje en in een van de fruitbomen in de grastuin. Hoewel de lampen niet altijd kunnen branden, omdat we opnieuw dagelijks urenlang zonder stroom zitten. Gelukkig hebben we nog altijd onze kleine generator bij huis, die we in noodgevallen even kunnen laten draaien, zodat we in ieder geval alle apparatuur weer kunnen opladen. Het zij zo. In de winter hebben we altijd weinig stroom. Zolang het af en toe maar even terug komt, heb je echt geen 24/7 electriciteit nodig. Zelfs de vriezers houden het wel een paar uur vol zonder stroom. Misschien ook wel, omdat ze standaard op -19 zijn ingesteld. Dan duurt het nog wel een tijdje voor de producten ontdooien. 

We besteden amper aandacht aan het elektriciteitstekort. Er zijn altijd wel andere zaken waar je je mee bezig kunt houden. Zo wordt er weer een burgeroorlog verderop in de bergen uitgevochten tussen de 2 grote partijen van de KDP en PKK. Turkije bombardeert al maandenlang in het noorden van Koerdistan-Irak. Officieel tegen de strijders van de PKK, maar ondertussen vallen er ook burgerslachtoffers. De KDP die de leidende partij in Koerdistan-Irak is, wil dat de PKK zich terugtrekt naar het Turks Koerdische deel. Maar zelfs van die onrust merk ik persoonlijk weinig. 

Halverwege december horen we gevechtsvliegtuigen over komen. Vanaf 2 uur ‘s middags tot en met de volgende ochtend vrijwel continue. Ze cirkelen boven Erbil. Een enkeling is wantrouwend. Het schijnt dat we voorheen de dag nadat gevechtsvliegtuigen urenlang hadden gecirkeld een bombardement hadden. Ik hou die dingen niet echt bij, moet ik eerlijk zeggen. Het rondcirkelen geeft vooral geluidsoverlast. Helemaal voor degenen die in de stad Erbil wonen. Maar ook wanneer ze precies recht over ons huis vliegen. Zoals gebruikelijk maken sommigen op Facebook alweer grapjes over de geluidsoverlast van de gevechtsvliegtuigen. Tussendoor komen ook geruststellingen. Niks aan de hand. Het zijn Amerikanen, zo schijnt het. Niet dat we die altijd blindelings kunnen vertrouwen, maar inderdaad er zijn geen bombardementen geweest. 

Op een ochtend, wanneer ik eigenlijk net iets te laat naar bed ben gegaan en te vroeg wakker word van mijn jongste dochter die mijn slaapkamer binnenkomt rond een uur of 6, doe ik net of ik nog slaap. Voorzichtig opent ze mijn slaapkamerdeur, maar ik ben een lichte slaper. Buiten is het nog donker. Stiekem hoop ik dat ze terug gaat naar de woonkamer, zodat ik nog even mijn ogen kan sluiten. Door mijn half gesloten ogen, zie ik haar in de deuropening twijfelen of ze naar mijn bed zal lopen of niet. Dan stapt ze mijn kamer binnen en loopt naar me toe.
“Je tablet is boven,” zeg ik in de veronderstelling dat ze die zoekt. 
“Nee, nee, dat weet ik, mama,” zegt ze dan.
“Wat wil je dan?” vraag ik.
“Mag ik een snoepje uit de kerstboom?” wil ze weten.
Ze doelt op de roodwitte zuurstokken die uit Nederland heeft gekomen.
“Jawel, als je het zelf even open maakt.” 
“Nee,” zegt ze dan, “Ik bedoel niet nu. Ik bedoel na 10 dagen.”
Tuurlijk. Dit was ook echt weer zo nodig om mij hiervoor om 6 uur in de ochtend wakker te maken. 

Ze is een bijdehante tante, mijn dochter. Een paar dagen eerder vertelt ze iets, wat ik met een fronsend gezicht aanhoor.
“Weet je waarom je mij niet gelooft, mama?” zegt ze als ze mijn ongeloofwaardigheid ziet.
“Nou?” vraag ik nieuwsgierig.
“Omdat ik soms lieg en soms de waarheid zeg en daarom geloof je me nu niet.” 
De zelfkennis. 

Het weer is zo in december nog steeds opmerkelijk warm. Het lijkt wel lente voor hier. In Nederland zou het met deze temperaturen zelfs zomer genoemd kunnen worden. Deze winter heb ik niet vaker dan vijf dagen een jas buiten moeten dragen. Soms draag ik een omslagdoek en meestal is een trui of shirt genoeg. Een van de laatste dagen van het jaar brandt de lage winterzon fel op mijn gezicht. Als ik Oudejaarsdag geheel tegen mijn gewoonte in op de bank in de erker in slaap val en na een half uurtje wakker word, voelt mijn gezicht zo heet aan dat ik me heel even half slapend afvraag of ik misschien koorts heb. Dan besef ik dat het de zon is en leg een kussen over mijn hoofd en dommel weer in.

Met zoveel warme dagen is het des te opmerkelijker dat er op de vooravond van eerste kerstdag ineens sneeuwvlokken naar beneden dwarrelen. Eerst heb ik het niet in de gaten. Ik wil net vanaf mijn keukenbalkon de zonsondergang op foto zetten als het plots hard begint te waaien. De donkere wolken heb ik aangezien voor een onweersbui, dus ik verwacht wel regen en als ik op mijn balkon sta, voel ik wat natte kou. Via de glazen schuifdeuren stap ik terug in de keuken en pas dan merk ik de witte sneeuwvlokken die helder afsteken tegen mijn donkerblauwe shirt.
“Hé, het sneeuwt!” zeg ik tegen de kinderen.
“Kan ik een sneeuwpop maken?” roept mijn jongste enthousiast.
“Daarvoor is er te weinig sneeuw,” zeg ik, maar het weerhoudt haar er niet van om meteen haar schoenen en jas aan te trekken om buiten te gaan spelen in de tuin. Mijn zoon volgt haar. 

Bij ons valt nooit meer sneeuw dan een dun laagje. Net genoeg om de bodem wit te maken, veel te weinig om sneeuwballen te maken. Wonderbaarlijk genoeg kleurt het gras en het dak van het tuinhuisje de volgende ochtend nog steeds wat wittig. Toch een beetje een witte kerst en op de andere dagen lenteachtig, bijna zomers weer. Heerlijk.

Oudejaarsavond vieren we rustig. Of saai. Zo zou je het ook kunnen noemen, maar ik heb er geen moeite mee. Met de kinderen tover ik een kant-en-klare taartbodem om tot een veel te zoete taart. De jongste twee van zes en tien breng ik om negen uur naar bed, terwijl ik met de oudsten nog even blijf zitten tot kwart over elf. Het is goed geweest. Ik weet niet of er bij ons een officieel vuurwerkverbod is afgekondigd, maar er is wel een tijdelijke lockdown, en dus gaan we niet naar buiten. Hoewel er wel hier en daar wat vuurwerk wordt afgeschoten en de kinderen een paar sterretjes hebben ontstoken, is er toch minder vuurwerk dan andere jaren. 

Oudejaarsavond staat in schril contrast met vorig jaar toen ik met mijn oudste 2 dochters, 3 volwassen neven van mijn kinderen en een volwassen nicht naar Empire World in Erbil was gegaan. Een spectaculaire vuurwerkshow werd georganiseerd bij de Empire Towers waarvan een knal zo luid was dat zelfs op de zo’n 200 a 300 meter afstand waar wij stonden, de luchtdruk van de knal op mijn borstkas te voelen was. De lichtgekleurde spetters die ongeveer tegelijkertijd met de enorme knal in de lucht een gigantische bal vormden, leken bijna over de mensenmassa heen te komen. Niemand had zo’n explosie verwacht, maar de eerste schrik was maar van korte duur geweest en sloeg al snel om in een enthousiast gejuich uit de menigte. Dat was fantastisch geweest. Ik ben geen vuurwerkheld en steek het zelf nooit af, maar zo op een afstandje, en zeker georganiseerd door een team, kan ik er wel van genieten. 

Dit jaar hebben we het rustig aan gedaan. Laten we nu eerst maar eens hopen dat de wereld wat betreft het virus ook weer rustig zal worden. 

web counter