2008, september: herinneringen van een “anti-sporter” in een sportcentrum

In de tweede week van september bracht ik, die niet bepaald de grootste sportfan ben, vier uren door in een sportcentrum in Erbil. Ik moet toegeven dat het echt een heel mooi en modern sportcentrum was. J&K Women’s Fitness Center. Zoiets heette het. Er was van alles te doen. Zelfs in die vier uur tijd, hadden we niet eens alles gedaan of gezien. Ik was er niet alleen, maar samen met een vrouw en haar dochter. De vrouw had me overgehaald mee te gaan, vermoedelijk om me wat meer thuis te laten voelen in Koerdistan. Superlief bedoeld dus, maar ik ben gewoon niet zo sportief en voel me niet meteen thuis in een sportcentrum.

Ik had geen idee wat we uberhaupt gingen doen, dus ik pakte mijn zwempak in. En voor de zekerheid iets om in te fitnessen. Maar zo’n onsportieveling als ik ben, had natuurlijk niet zomaar een sportpak in de koffer, waar ik tot acht maanden na mijn emigratie nog steeds uit leefde, zitten. Zelfs thuis in Nederland zou je in mijn hele huis geen sportkleding van mij hebben aangetroffen.

Dus ik bedacht een alternatief: ik greep naar een wijd t-shirt, dat eigenlijk gewoon mijn pyjama t-shirt was. Als broek dacht ik eerst aan mijn bijpassende pyjamabroek, maar het leek me wel een beetje van het zotte dat als we zouden gaan fitnessen, dat ik dan in compleet pyjama-tenue daar in een of ander sportcentrum zou staan. Vandaar dat ik maar een of andere knalblauwe broek meenam. Eigenlijk was het niet eens mijn broek, maar van een van de mannen met wie ik in huis woonde. Ik besloot dat als ik de touwtjes flink aantrok, de broek wel zou blijven hangen.

In het sportcentrum aangekomen, bleek dat we eerst inderdaad gingen sporten. Het werd zaaltjesfitness (of hoe dat ook genoemd mag worden…) En daar stond ik dan in mijn grijze pyjama-T-shirt met Snoopy erop en een grote felblauwe broek met flink aangetrokken touwtjes in de middel, zodat de zijkanten naar buiten gepoft waren. Op badslippers die ik geleend had van de vrouw die bij mij was en die bij elke stap mij bijna van de voeten gleden, zodat ik de slippers uiteindelijk maar aan de kant gooide. Een half uur lang stonden we ons allemaal in allerlei bochten te wringen en gekke bewegingen te maken en ik voelde me nog meer belachelijk, doordat ik mezelf ook nog eens in die veel te grote wandspiegels kon zien.

Op zich was het al een hele kunst om te begrijpen wat de sportjuf zei. Volgens mij telde ze elke keer van een tot ongeveer zeven ofzo of misschien telde ze ook wel af van zeven naar een, maar ik had er geen idee van welke taal ze sprak, want het was in ieder geval geen tellen in het Koerdisch. Op een gegeven moment begreep ik dat we na een woordje dat klonk als “asla” een nieuwe beweging gingen maken. Na een minuut of twintig was ik zo afgepeigerd, dat ik alleen maar doorging, omdat er anderen bij waren… Ik had dan ook de conditie van een bejaarde cavia.

Toen het half uur was afgelopen, liepen we naar een ruimte met allemaal fitnesstoestellen. Mooie moderne en nieuwe modellen ook. Dus ik besloot te gaan wandelen op zo’n loopband. Een half uur. Wandelen was mijn ding wel. Daarna nog een kwartier rustigaan gefietst. Heel rustig, zonder de bergen en dalen die in het programma mogelijk zijn. Gewoon volgens een typisch Nederlands landschap. Helemaal vlak. En eindelijk gingen we zwemmen. Kijk, dat was ook wel wat voor mij.

Ik was wat aarzelend met het aantrekken van mijn badpak, want daar in het omkleedhokje besefte ik ineens dat ik meer uit automatisme mijn zwempak had meegenomen en er niet bij had stilgestaan wat de kledingvoorschriften zouden zijn. Stel dat ik daar geheel in mijn badpak zou staan, terwijl de rest in meer bedekte kleding zou gaan zwemmen. Maar ik moest toch een keer uit dat hokje komen, dus aarzelend kwam ik tevoorschijn….

Maar nee, tot mijn verbazing waren er geen burkini’s daar. Gewoon badpakken, tankini’s en zelfs bikini’s. Ook de dames die ik later met een hoofddoek zag lopen toen ze weer naar buiten gingen. Ik moet wel zeggen dat er natuurlijk geen mannen in het sportcentrum mochten komen. Maar toch. Ik was verrast.

In het water was volgens mij een badmuts verplicht. Van de vrouw die mij had meegenomen naar het sportcentrum, leende ik een zwart exemplaar. Een zwembril en een soort van knijperonderdeeltje met zachte kantjes om je neus dicht te houden, waren een optie. Laat ik het zo zeggen, in het zwembad was je niet op je mooist. Maar aangezien die zwembril en dat neusding optioneel waren, besloot ik die niet te gebruiken. Ik was dat ook helemaal niet gewend.

Het water was best warm, zeker voor een vijftig meter bad. Vlakbij was een jacuzzi-badje en een sauna. Maar echt zweten deed ik niet daar. Er was vast iets mis met de sauna, want het was er lauwwarm. Absoluut niet benauwd heet.

Ik begreep zelfs dat er een Koerdische (lees: Turkse) hammam was en een restaurant ofzo. Maar van die laatste twee had ik niets gezien, omdat het tijd was de kinderen van school op te halen.

Een weekje later was ik weer in het sportcentrum te vinden. Met dezelfde vrouw. Ik besloot direct te gaan zwemmen, want dat had toch mijn voorkeur boven het zaaltjesfitness. En die fitnesstoestellen waren ook niet echt voor mij weggelegd. Je loopt of je fietst, maar je komt nergens… Het leek zo onzinnig.

Ja, ik ben het type dat zich verveelt op zo’n fitnessfiets. Ik ga dan om mij heen kijken, wat er zoal te zien is. Dat had ik ook eens met een collega-vriendin, toen ik nog in Nederland woonde. We waren zo dapper geweest een fitnesscentrum in Groningen te bezoeken. Om in die sportzaal te komen, was al een hele sport, want het fitnesscentrum zat op iets van vier verdiepingen hoog. Natuurlijk was er wel een lift, maar “in de lift naar de fitnessafdeling”, dat vond ik dan ook wel weer wat.

Dus wij dapper alle trappen genomen om vervolgens helemaal buiten adem boven aan te komen. Daarna moesten we dus nog fietsen op zo’n fitnessfiets. Op een gegeven moment, verveel ik me dus een beetje, begin om me heen te kijken, zie daar door het raam in de verte een metershoge reclamezuil met de grote beruchte gele M staan. En voor ik het zelf in de gaten heb, roep ik ineens veel te enthousiast: “Hee, de McDonalds!” Nou, dat zegt vast wel genoeg over het “sportieve” type dat ik ben.

Die tweede keer in het sportcentrum in Erbil, besloot ik dus meteen te gaan zwemmen. De vrouw die bij me was, ging wel eerst fitnessen. Toevallig was het ook net Ramadan, waardoor het extra rustig was en ik het hele zwembad voor mij alleen had. En de jacuzzi en de sauna…

Het eerste half uur trok ik wat baantjes. Geen borstcrawl. Gewoon schoolslag. Ik heb tenslotte alleen maar zwemdiploma A. En om uit te rusten, zwom ik op mijn rug verder. We moesten natuurlijk niet moe worden na al dat zwemmen.

Daarna ging ik even in de sauna zitten, maar volgens mij was het daar veel te koud. De thermometer gaf vierenveertig graden aan. Maar volgens mij moet het toch iets tegen de zestig zijn in zo’n hokje.

Vervolgens wilde ik de jacuzzi uitproberen, maar dat was niet echt een succes. Vorige keer was de jacuzzi goed uit te houden, maar nu leek het meer op de kookpot van een kannibaal. Thuis nam ik ook wel eens een heet bad, waar ik rood weer uit kwam, dus ik was heus wel wat gewend qua hitte, maar hier kon ik zelfs mijn handen niet in steken. Misschien had iemand de temperaturen van de sauna en de jacuzzi wel door elkaar gehaald.

Uiteindelijk probeerde ik de hammam uit. Ook deze had ik voor mezelf. Hier voelde het net zo warm aan als in de sauna. Dus prima uit te houden. En daar zat ik dan: alleen met mijn gedachten. Heerlijk ontspannend. Drie kwartier lang. Daarna vond ik het welletjes voor die dag en ben weer naar huis gegaan. Genoeg gesport voor de komende jaren.

Jaren later werd het fitnesscentrum trouwens gesloopt. Tegenwoordig staan er winkeltjes op die grond. Vele andere fitnesscentra verspreid over heel Erbil zijn er wel bijgekomen, maar ik heb nooit meer de moeite genomen die te bezoeken.

webcounterwebsite